Vier Kamerleden over landbouw en gewasbescherming

Interviews met Thom van Campen, Tjeerd de Groot, Caroline van der Plas en Roelof Bisschop

Na de Tweede Kamer verkiezingen van dit voorjaar zijn de landbouwwoordvoerders op stoom gekomen. Nefyto heeft vier Kamerleden geïnterviewd en bevraagd over hun visie op de land- en tuinbouw en op gewasbescherming in het bijzonder.

Thom van Campen, VVD

'Onder de indruk van innovatiekracht gewasbescherming'

"Ik ben Thom van Campen (31), geboren en getogen in de Achterhoek, waarvandaan ik voor mijn studie in 2007 ben verhuisd naar Zwolle. Hier woon ik nog steeds met veel plezier. Namens de VVD ben ik in de Tweede Kamer woordvoerder landbouw, stikstof en leefstijlpreventie."

Wat ziet u als hoopvolle ontwikkeling in de gewasbescherming?

"Ik ben onder de indruk van de innovatiekracht van de sector. Die is hard nodig, want samen zien we de noodzaak van gewasbeschermingsmiddelen met minimale milieu-impact en maximale inzet, om daarmee voedselverspilling te voorkomen."

Hoe wilt u zich inzetten voor de gereedschapskist van de Nederlandse teler?

"Vele slimme koppen zetten zich elke dag in voor nieuwe gewasbeschermingsmiddelen. Ik vind dat de overheid de verantwoordelijkheid heeft om daarvoor ruimte te bieden, door beperkende regelgeving weg te nemen en maximaal ruimte te geven voor innovaties. Gezond en veilig voedsel in Nederland en daarbuiten is absolute prioriteit."

Hoe ziet u de rol van gewasbescherming in de Europese voedselvoorziening? En hoe kijkt u in dat kader aan tegen het Nederlandse Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030?

"Ik vind het niet uit te leggen dat de technologie op dit moment mogelijkheden biedt voor de verbetering en bescherming van de voedselbeschikbaarheid, maar dat sommige partijen hier een eindeloze filosofische discussie over willen voeren. Denk bijvoorbeeld aan de discussie rondom CRISPR-Cas. De innovaties zijn er, de overheid moet er op toezien dat deze veilig worden ingezet, en moet gebruik vervolgens zo snel mogelijk maken.

Dat negen organisaties gezamenlijk met de overheid hebben gewerkt aan het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030 verdient grote waardering. Dit is belangrijk voor draagvlak bij nieuwe innovaties in de sector. Het belang van op wetenschap gebaseerde besluitvorming over toelating van groene gewasbeschermings­middelen en ruimte voor een veilige, maar omvangrijke gereedschapskist voor de teler moeten het uitgangspunt zijn."

Hoe kunnen we het verdienmodel van de teler waarborgen?

"Essentieel is de mogelijkheid voor telers om te beschikken over een omvangrijke gereedschapskist, waarmee zij kunnen zorgen voor een maximale voedselopbrengst en minimale voedselverspilling. Discussies over nieuwe gewasbeschermingsmiddelen moeten niet gevoerd worden op basis van emoties, maar op basis van wetenschappelijke feiten."

Welke boodschap heeft u voor de land- en tuinbouwsector?

"Dankzij deze mooie sector hebben miljoenen Nederlanders dagelijks eten op tafel. Ik ben onder de indruk van de innovatiekracht, wil hier heel graag over in gesprek blijven en houd hierover graag korte lijnen met de sector."

Tjeerd de Groot, D66

'Loop voorop in ontwikkelingen die onontkoombaar zijn'

"Mijn opa had een tuinderij, die mijn oom Tjeerd overnam. Helaas heeft mijn oom het bedrijf moeten staken, om bedrijfseconomische redenen en vanwege gezondheidsproblemen. Als kind heb ik veel gespeeld op het bedrijf. Dat heeft ertoe bijgedragen dat ik begaan ben met boeren en tuinders. Ik vind dat deze ondernemers een goede boterham moeten kunnen verdienen, in goede gezondheid. De huidige Nederlandse land- en tuinbouw kent veel problemen, door een te grote focus op productie en intensivering. Ik zie kringlooplandbouw als de route om deze problemen op te lossen."

Wat ziet u als hoopvolle ontwikkeling in de gewasbescherming?

"Ik vind de komst van biologische gewasbeschermingsmiddelen een goede ontwikkeling. Maar ik hecht veel meer belang aan een goede bodemgezondheid, met een gezonde bodembiologie. Want die staat centraal in de kringlooplandbouw. In dat kader vind ik biostimulanten een goede ontwikkeling en zo ook de in ontwikkeling zijnde middelen die gericht zijn op een gezonde bodembiologie."

Hoe wilt u zich inzetten voor de gereedschapskist van de Nederlandse teler?

"Door drie dingen: helpen om kennis bij boeren en tuinders te stimuleren hoe optimaal gebruik te maken van de biologie, zorgen dat nieuwe biologische middelen zo snel mogelijk op de markt kunnen komen, en de gezondheid van boeren en tuinders veilig stellen door toe te zien op de gezondheidseffecten van de middelen die ze gebruiken. Dat zijn allemaal tools met een effect op de lange termijn.

De overheid moet boeren en tuinders een duidelijk perspectief bieden voor de lange termijn, de juiste regelgeving maken, en boeren en tuinders moeten een eerlijke prijs krijgen voor hun producten."

Hoe ziet u de rol van gewasbescherming in de Europese voedselvoorziening? En hoe kijkt u in dat kader aan tegen het Nederlandse Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030?

"Ik vind de huidige land- en tuinbouw te afhankelijk van chemie, waardoor kwetsbaarheid ontstaat. Ik pleit ervoor dat de buitenteelten de glastuinbouw als voorbeeld volgen, die de stap naar biologische gewasbescherming heeft gemaakt. Dat zal mijns inzien ook wel moeten, want we zien steeds meer chemische middelen waarvan de toelating vervalt. Ik vind ook dat de effecten van de combinatie van middelen op de gezondheid goed onderzocht dienen te worden.

Ik sta achter de doelen van Toekomstvisie gewasbescherming 2030, maar ik vind de gemaakte afspraken te vrijblijvend. Ik betwijfel daarom of de gestelde doelen gehaald gaan worden."

Hoe kunnen we het verdienmodel van de teler waarborgen?

"Ten eerste: loop voorop met ontwikkelingen die onontkoombaar zijn, bijvoorbeeld op het gebied van verduurzaming. Ons land heeft de beste boeren ter wereld, dus die kunnen dat. En dat gaat ook beloond worden. Ten tweede: supermarkten en verwerkers moeten transparant maken welke duurzame producten zij verwerken of in de schappen hebben. Ook moeten boeren een goede prijs voor deze producten krijgen.”

Welke boodschap wilt u de land- en tuinbouwsector meegeven?

"Zoals ik hiervoor al aangaf: 'loop voorop'. Verder is de huidige land- en tuinbouw te eenvormig, te veel van hetzelfde. Boeren en tuinders doen er goed aan om meer naar onderlinge diversiteit te streven, met variatie in verdienmodellen. Daar is creativiteit voor nodig. Maar die diversificatie biedt mijns inziens veel kansen."

Caroline van der Plas, BBB

'Gewasbeschermings­middelen blijven nodig voor voedselzekerheid'

"Ik ben geboren in Cuijk (Noord-Brabant) in 1967, en opgegroeid in Deventer. Voor mijn komst in de Tweede Kamer was ik 35 jaar journalist, waarvan 17 jaar landbouwjournalist. Ik heb ook een korte uitstap gemaakt naar de communicatie. Van 2014 tot 2018 was ik communicatiemedewerker bij de Nederlandse Vakbond Varkenshouders NVV (later werd dat POV). Verder ben ik oprichter van het succesvolle sociale mediaplatform Boerburgertweet (waar boeren hun verhaal konden vertellen) en medeoprichter van de agrarische promotieorganisatie Team Agro NL."

Wat ziet u als hoopvolle ontwikkeling in de gewasbescherming?

"Ik zie dat telers en akkerbouwers steeds meer overstappen op laag-risico en biologische gewasbeschermingsmiddelen. Telers en akkerbouwers gaan mee met de tijd en zien de maatschappelijke ontwikkelingen. Wel vind ik dat zij daar onvoldoende in worden gesteund en voor worden gewaardeerd. Ook vind ik dat reguliere synthetische gewasbeschermingsmiddelen gebruikt moeten kunnen blijven worden, omdat deze waardevol kunnen zijn in een geïntegreerde aanpak om onze gewassen te beschermen tegen ziekten en plagen. Een andere goede ontwikkeling is het toenemende gebruik van precisielandbouw."

Hoe wilt u zich inzetten voor de gereedschapskist van de Nederlandse teler?

"Gewasbeschermingsmiddelen moeten gebruikt kunnen blijven worden indien veilig voor mens, dier en milieu en als er geen goede alternatieven zijn. Ook pleiten wij voor een gelijk speelveld in Europa."

Hoe ziet u de rol van gewasbescherming in de Europese voedselvoorziening? En hoe kijkt u in dat kader aan tegen het Nederlandse Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030?

"Gewasbeschermingsmiddelen blijven nodig om voedselzekerheid te garanderen. Telen zonder gewasbeschermingsmiddelen kan er toe leiden dat er ziektes en plagen komen, met als gevolg misoogsten. De normen zijn erg streng in Europa en zeker in Nederland, dus ik maak mij geen zorgen over ontoelaatbare overschrijdingen van de residunormen. Ook de handhaving is streng. Dit vind ik een goede zaak, omdat ons voedsel altijd veilig moet zijn.

(Ruimte voor) innovatie is nodig om steeds duurzamer te kunnen werken. De overheid moet die ruimte geven en ook experimenteer­ruimte geven. Precisietechnologie, digitalisering en biologische gewas­beschermings­middelen zijn goede middelen om te verduurzamen. Ik sluit mij aan bij de visie van Nefyto dat, om innovatie op de markt te krijgen, het cruciaal is dat in de EU voldoende beoordelingscapaciteit aanwezig is. Zodat nieuwe middelen, waaronder biologische en laag-risico middelen, beschikbaar komen voor de teler."

Hoe kunnen we het verdienmodel van de teler waarborgen?

"Telers moeten worden beloond voor inspanningen op het gebied van duurzaamheid. Bovenwettelijke inspanningen verdienen een plus op de prijs in de supermarkten. Wij willen de regels in de EU gelijk trekken, zodat Nederlandse telers geen concurrentienadeel meer hebben. Verder pleiten wij voor afschaffing van onnodige en bureaucratische regels, zodat de kostprijs naar beneden gaat."

Welke boodschap wilt u de land- en tuinbouwsector meegeven?

"Blijf trots op wat je doet. Het grootste deel van Nederland waardeert jullie. Het is een kleine groep mensen die jullie in een kwaad daglicht zet. Richt je niet op die mensen, maar op het overgrote deel van Nederland dat echt wil weten hoe het zit en dat wel waardering heeft voor het door jullie geteelde voedsel."

Roelof Bisschop, SGP

'Snellere toelating voor innovatieve middelen'

"Sinds 2012 ben ik Tweede Kamerlid voor de SGP en sinds 2018 heb ik de portefeuille landbouw. Ik ben geboren en getogen op een gemengd landbouwbedrijf in Staphorst. Tot aan mijn toetreding tot de Tweede Kamer was ik docent geschiedenis in het voortgezet onderwijs."

Wat ziet u als hoopvolle ontwikkeling in de gewasbescherming?

"In zijn algemeenheid voor de land- en tuinbouw: een goede ontwikkeling vind ik de beweging die we nu maken naar een nieuwe balans tussen landbouw enerzijds en natuur en milieu anderzijds. Want inmiddels beseffen we dat een geïntegreerde aanpak het beste werkt om natuur en milieu te beschermen. Daar horen ook innovaties bij. Mooie voorbeelden daarvan vind ik de opmars van groene middelen en van precisietechnologie."

Hoe wilt u zich inzetten voor de gereedschapskist van de Nederlandse teler?

"De toelatingsprocedure van groene middelen duurt te lang. Ik wil me sterk maken voor een snellere toelating van innovatieve middelen. Ook ben ik voorstander van meer experimenteerruimte voor telers om deze middelen uit te proberen. Daarnaast wil ik ervoor pleiten dat het vervallen van de toelating van middelen voor zaadcoating wordt teruggedraaid. Want door het vervallen hiervan moeten telers meer actieve stof volvelds toepassen.

Het Europese toelatingsbeleid moet aangepast worden. Nu remt het innovatie, terwijl het juist innovatie moet stimuleren."

Hoe ziet u de rol van gewasbescherming in de Europese voedselvoorziening? En hoe kijkt u in dat kader aan tegen het Nederlandse Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030?

"Als ik kijk naar de ambities van Farm to Fork, maak ik me zorgen. Eén van de doelstellingen is halvering van het gebruik van gewas­beschermings­middelen. Maar wat zijn straks de effecten van de doelstellingen van Farm to Fork? Ik vind dat er een goede impact assessment moet worden gedaan, waarbij meerdere scenario's worden doorgerekend. Stel Europa produceert straks minder voedsel en moet meer importeren. Wat is de impact daarvan op het milieu? En wat betekent het voor de voedselvoorziening voor de mensen in de landen die naar de EU importeren?

Meer experimenteerruimte voor boeren kan een belangrijke bijdrage leveren aan het halen van de doelstellingen van Toekomstvisie gewas­bescherming 2030. Dat kan bijvoorbeeld door het verlenen van vrijstellingen. Nederland is daar terughoudender in dan omringende landen en dat zou moeten veranderen."

Hoe kunnen we het verdienmodel van de teler waarborgen?

"De kostprijs voor de boer is de laatste decennia omhoog gegaan, maar de prijs die hij ontvangt voor zijn producten niet. Ook de inspanningen van de boer om te verduurzamen, worden niet of onvoldoende beloond. Daar ligt ook een verantwoordelijkheid voor onder meer de retail. Ik pleit ervoor om bij de uitwerking van het recente Landbouwakkoord de kans te benutten om boeren beter te belonen."

Welke boodschap wilt u de land- en tuinbouwsector meegeven?

"De Nederlandse agrarische sector produceert voedsel van een hoge kwaliteit, biedt grote voedselzekerheid, en innoveert en verduurzaamt. Tegelijk zie ik een overheid die boeren te weinig ondersteunt en te veel frustreert met regelgeving. En een samenleving die verstedelijkt en steeds verder van de landbouw af komt te staan. Daarom roep ik de land- en tuinbouw om, actief en in openheid, te laten zien wat ze doet."