De zes commitments van CropLife Europe
DUURZAAMHEIDSAMBITIES GEWASBESCHERMINGSBEDRIJVEN: HOE STAAT HET ERVOOR?
In aansluiting op de Europese Green Deal, en de daaruit voortkomende Farm to Fork strategie, heeft CropLife Europe zes commitments opgesteld. Deze commitments verwoorden voor Europa de ambities van de gewasbeschermingsbedrijven op het gebied van verduurzaming. Het gaat onder meer om concrete doelstellingen voor de investering tot 2030 in biologische en laag-risico gewasbeschermingsmiddelen. Jan Verschoor, algemeen directeur van CropLife NL, vertelt hoe hieraan vanuit Nederland wordt bijgedragen en wat er nog nodig is om de doelen te halen.
Jan Verschoor, algemeen directeur CropLife NL: "Het gaat om innovaties die wij als sector belangrijk vinden en die de land- en tuinbouw en de maatschappij van ons verwachten."
Commitments versnellen de verduurzaming
"De zes commitments zijn een vertaling van duurzaamheidsambities in concrete doelen, die passen bij de verantwoordelijkheid van de Europese gewasbeschermingsbedrijven", zegt Jan. "Het gaat om innovaties die wij als sector belangrijk vinden en die de land- en tuinbouw en de maatschappij van ons verwachten. Het stellen van concrete doelen in de vorm van commitments moet deze processen versnellen en draagt bij aan transparantie. De gestelde doelen sluiten ook aan bij de koers van de Europese Green Deal."
De invulling van de commitments vindt plaats verspreid over heel Europa, door de gewasbeschermingsbedrijven die zijn aangesloten bij CropLife Europe. In Nederland worden de acties deels ingevuld door CropLife NL, en deels door de individuele bedrijven aangesloten bij CropLife NL.
Als het gaat om verduurzaming, zijn de Nederlandse gewasbeschermingsbedrijven, verenigd in CropLife NL, op meerdere fronten voorloper binnen Europa. Dat doen zij veelal in nauwe samenwerking met andere partijen, benadrukt Jan. "De Nederlandse ambities voor het verduurzamen van gewasbescherming krijgen handen en voeten in het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030. Daarin werken overheden, organisaties en bedrijven samen aan het realiseren van verduurzamingsdoelen op het gebied van gewasbescherming."
Drie aandachtsgebieden, zes beloftes
CropLife Europe is de koepelorganisatie van de Europese gewasbeschermingsbedrijven en nationale associaties, waaronder CropLife NL. In 2020 publiceerde CropLife Europe haar zes commitments. Deze commitments zijn verdeeld over drie aandachtsgebieden. In het kort:
Innovatie en investeringen
Doel: Investeren in innovaties die telers beter in staat stellen om gewassen te beschermen tegen ziekten, plagen en onkruiden, terwijl de omgeving beschermd wordt.
Commitment 1: Een gezamenlijke investering van 10 miljard euro in de innovatie in precisietechnologie en digitale technologie, van 2015 tot 2030.
Commitment 2: Een gezamenlijke investering van 4 miljard euro in de ontwikkeling van nieuwe biologische gewasbeschermingsmiddelen, van 2015 tot 2030.
Circulaire economie
Doel: Bijdragen aan Europa's doelstellingen voor een circulaire economie, gericht op het minimaliseren van afval, door het inzamelen en recyclen van plastic verpakkingen.
Commitment 3: Het realiseren van een gemiddeld inzamelpercentage van 75 procent in 2025 van de plastic verpakkingen van chemische en biologische gewasbeschermingsmiddelen, over alle EU-lidstaten.
Commitment 4: Het in 2025 beschikbaar hebben van een inzamelsysteem voor verpakkingen in alle EU-lidstaten.
Bescherming van mens en milieu
Doel: Het ontwikkelen en verzorgen van trainingen in verantwoord gebruik van onze producten.
Commitment 5: Uiterlijk in 2030 zijn één miljoen adviseurs en boeren getraind in best management practices, gericht op de bescherming van mens, water en milieu.
Commitment 6: Uiterlijk in 2030 zullen gesloten vulsystemen beschikbaar zijn voor 100 procent van de telers en toepassers in de EU-lidstaten, om de blootstelling van de telers en toepassers verder te verminderen.
Commitment 1: 10 miljard voor technologie
Tot 2030 investeren de Europese gewasbeschermingsbedrijven 10 miljard euro in de innovatie van precisietechnologie en digitale technologie. "Precisietechnologie is een belangrijke pijler in de verduurzaming van gewasbescherming", zegt Jan. "Hier vallen veel verschillende technologieën onder. Bijvoorbeeld pleksgewijze toepassing, waarbij alleen specifieke delen van een perceel worden behandeld. Zo kan een teelt gezond worden gehouden met een minimale inzet van middelen, wat resulteert in een minimale milieubelasting."
Als het gaat om bepaalde precisietechnologie, is Nederland vooruitstrevend binnen Europa. "Gelet op de kennis aanwezig bij Wageningen UR, de samenwerking in de land- en tuinbouw, en de expertise bij onder meer het Ctgb hebben wij de kans om in Nederland koploper te zijn op dit gebied. Als CropLife NL hebben wij nadrukkelijk deze ambitie."
Om investeringen in precisietechnieken te stimuleren, is het belangrijk dat precisietechnologie een plaats krijgt in de toelatingsbeoordeling. "Dit kan een impuls geven aan het gebruik van precisietechnieken. De bij CropLife NL aangesloten bedrijven zetten zich hier actief voor in."
Zie ook dit artikel over precisietoepassing en toelatingsbeleid.
Spot spraying is een techniek om plaats- of plantspecifiek gewasbeschermingsmiddelen toe te dienen.
Ook op het gebied van digitalisering zijn de Nederlandse gewasbeschermingsbedrijven voorloper binnen Europa. Zo lanceerde CropLife NL, in samenwerking met Agrodis, eind 2021 het initiatief Agro CloSer. Dit samenwerkingsverband faciliteert dat gewasbeschermingsmiddelen op batch-niveau getraceerd kunnen worden.
Dit is een eerste stap naar andere digitale initiatieven, die bijdragen aan een verantwoorde omgang met gewasbeschermingsmiddelen in de keten. De digitale initiatieven zijn gebundeld onder de term E-Stewardship.
"De introductie van digitale labels, met de bijbehorende Agro E-label app, was de vervolgstap", vertelt Jan. "Met de app kan een toepasser het etiket op zijn of haar smartphone raadplegen door simpelweg de 2D-matrix op de verpakking te scannen. Zo vindt de toepasser snel de gewenste informatie en hoeft hij of zij niet door een papieren gebruiksvoorschrift te bladeren."
Onlangs is een nieuwe versie van de Agro E-label app gelanceerd. Deze is te downloaden voor Android en Apple-smartphones door op onderstaand pictogram te klikken. De mogelijkheid bestaat ook voor andere partijen om toegang te verkrijgen tot de onderliggende database met de digitale etiketten, zodat deze data ook voor andere digitale oplossingen kunnen worden gebruikt.
Volgens Jan is dit pas het begin. "Met digitalisering is nog veel meer mogelijk. Denk hierbij aan een koppeling met precisietechnologie en aan een goede registratie van informatie in een Farm Management Systeem. En ook aan gebruiksvoorschriften op maat voor een teler, waarbij rekening wordt gehouden met de bodem en het weer. Ook maakt digitalisering een goede registratie mogelijk. Dit is weer belangrijk voor de toepassing van precisietechnologie."
Het is mooi dat we als Nederland hierin vooroplopen, stelt Jan. "CropLife Europe is inmiddels gestart met een vergelijkbaar project als het Nederlandse Agro E-label. Als CropLife NL zijn we daar nauw bij betrokken. Binnen Nederland willen we met betrokken partijen blijven samenwerken om onze positie vast te houden."
Commitment 2: 4 miljard voor biologische middelen
Tot 2030 investeren de Europese gewasbeschermingsbedrijven 4 miljard euro in de ontwikkeling van nieuwe biologische gewasbeschermingsmiddelen. "Hiermee maken we het belang zichtbaar van deze producten. En laten we zien dat biologische middelen een belangrijk onderdeel zijn van de innovatiestrategie van de bedrijven."
Biologische middelen, en ook laag-risico middelen, zullen in verschillende snelheden voor verschillende teelten en ziekten en plagen beschikbaar komen. "Het is goed om te beseffen dat deze innovaties niet één op één de bestaande middelen gaan vervangen", merkt Jan op. "Daarom zullen de gewasbeschermingsbedrijven ook blijven investeren in andere gewasbeschermingsmiddelen, nieuwe formuleringen en innovatieve toepassingstechnieken, zoals de hiervoor genoemde precisietechnologie."
Om innovatie te versnellen, is het belangrijk dat nieuwe stoffen en middelen zo snel mogelijk beschikbaar komen voor telers. Dit vereist meer beoordelingscapaciteit bij het Ctgb en elders in Europa, zodat doorlooptijden kunnen worden verkort zonder in te boeten op de kwaliteit van de beoordeling. Ook is voorspelbaarheid van het beoordelingsproces belangrijk, zowel wat betreft de tijdslijnen als de inhoudelijke beoordeling.
"Het is dan ook goed dat het Ctgb hier opnieuw inzet in de nieuwe Meerjarenstrategie 2024-2027", aldus Jan. "Tegelijkertijd moeten we constateren dat het voldoen aan de wettelijke beoordelingstermijnen nog niet binnen bereik is. Voor CropLife NL is het van groot belang dat we dit in Europa op orde krijgen, zonder in te boeten op de kwaliteit van de beoordeling."
CropLife NL ziet de inzet van het Ctgb op een zogeheten verduurzamingsloket als een mogelijke extra impuls om de toelating te versnellen. "Het plan is om specifieke aanvragen die bijdragen aan verduurzaming met prioriteit te behandelen. Dit is ook onderdeel van de nieuwe meerjarenstrategie. Voor ons is belangrijk dat dit gebeurt op basis van heldere, transparante criteria. Daarnaast is het voor CropLife NL van belang dat het nieuwe loket leidt tot een extra versnelling bovenop een organisatiebrede capaciteitsuitbreiding bij het Ctgb."
Biologische middelen zijn een belangrijk onderdeel van de innovatiestrategie van de gewasbeschermingsbedrijven.
Commitment 3 en 4: recycling van verpakkingen
De Europese gewasbeschermingsbedrijven willen bijdragen aan Europa's streven naar een circulaire economie door het inzamelen en recyclen van plastic verpakkingen. Dat vertaalt zich in twee concrete commitments: (1) Het in 2025 realiseren van een gemiddeld inzamelpercentage van 75 procent over de EU-lidstaten van de plastic verpakkingen van chemische en biologische gewasbeschermingsmiddelen. (2) Het in 2025 beschikbaar hebben van een inzamelsysteem voor verpakkingen in alle EU-lidstaten.
"Daarmee liggen we goed op schema", vertelt Jan. "In Nederland hebben we al decennialang de zogeheten STORL-regeling voor het inzamelen van resten van gewasbeschermingsmiddelen. Lege, gespoelde verpakkingen konden mee met het bedrijfsafval. Echter, dit laatste leverde steeds meer problemen op. De regeling is daarom inmiddels ingrijpend vernieuwd en uitgebreid. De samenwerking met LTO Nederland en Agrodis (distributie) is gebleven. Daarnaast is Cumela (loonwerk) toegetreden tot het samenwerkingsverband."
Zie ook dit artikel over de nieuwe STORL-regeling, die het aantrekkelijk en eenvoudig maakt voor telers en loonwerkers om op verantwoorde wijze lege verpakkingen en restanten in te leveren. "Voor ons is daarbij ook belangrijk dat lege verpakkingen op een verantwoorde wijze worden gerecycled en dat hierover afspraken zijn met de recyclingbedrijven", merkt Jan op.
De vernieuwde STORL-regeling wordt nu landelijk uitgerold. "In Nederland zetten we ons ervoor in om een zo hoog mogelijk inzamelpercentage te realiseren. En liever hoger dan de door CropLife Europe gestelde doelstelling van 75 procent."
De Nederlandse gewasbeschermingsbedrijven zetten zich in voor een zo hoog mogelijk inzamelpercentage.
Commitment 5: training van adviseurs en boeren
Uiterlijk in 2030 hebben de gewasbeschermingsbedrijven één miljoen adviseurs en boeren getraind in best management practices, op het gebied van bescherming van mens en milieu.
"In Nederland wordt hier al invulling aan gegeven, door middel van de spuitlicentie", merkt Jan op. "CropLife NL zet zich al jarenlang in voor veilig en verantwoord gebruik van middelen, met voorlichting als belangrijk instrument. Daar steken wij gezamenlijk met de bij CropLife NL aangesloten bedrijven veel energie in en wij zoeken hier de samenwerking met stakeholders."
Een voorbeeld daarvan is de samenwerking binnen de Toolbox Emissiebeperking. "Via de website van de Toolbox zijn de erfemissiescan en de perceelemissiescan beschikbaar voor telers en kunnen zij op maat advies krijgen van een erfemissiecoach. De scans geven inzicht in emissieroutes en wat hieraan te doen valt. Hier wordt door telers veel gebruik van gemaakt."
De gewasbeschermingsbedrijven gaan een groot aantal adviseurs en boeren trainen.
Commitment 6: gesloten vulsysteem
De Europese gewasbeschermingsbedrijven streven ernaar dat uiterlijk in 2030 alle telers en toepassers beschikken over een gesloten vulsysteem, om daarmee de blootstelling van de toepasser en het milieu te minimaliseren. CropLife NL heeft het initiatief genomen voor het opzetten van een overleggroep met bedrijfsleven en overheid om de verplichting in Nederland voor gesloten vullen zo snel mogelijk te realiseren. (zie ook dit artikel en dit bericht).
"In Nederland wordt al intensief samengewerkt aan de introductie van het gesloten vulsysteem", vertelt Jan. "Op dit moment bevinden we ons in de implementatiefase. Het gesloten vulsysteem en de daarbij behorende nieuwe dop vereist van de bedrijven forse aanpassing van de vullijnen. Het vooroplopen heeft dan ook veel voeten in de aarde en vergt veel van de logistieke planning. Maar dat betekent wel dat Nederlandse telers straks als één van de eersten in Europa op grote schaal gebruik maken van dit systeem."
Met een gesloten vulsysteem wordt de blootstelling van de toepasser en het milieu geminimaliseerd.
Transitie naar duurzame land- en tuinbouw
Kijkend naar de zes commitments, kun je zeggen dat de gewasbeschermingsbedrijven hoge ambities hebben op het gebied van verduurzaming. En dat Nederland op meerdere fronten een voortrekkersrol vervult.
"Als brancheorganisatie past ons bescheidenheid. En de daadwerkelijke resultaten worden bereikt door de bij ons aangesloten bedrijven", benadrukt Jan. "Als CropLife NL vervullen we een belangrijke rol als aanjager en faciliteren wij de innovaties. Waarbij het belangrijk is om verbinding te zoeken met de omgeving, dus met overheden, politiek, andere brancheorganisaties, onderzoek en maatschappelijke organisaties. Hiervan zijn mooie voorbeelden. Zoals de samenwerking binnen het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030. Maar ook de emissiereductieplannen (ERP's), waarmee we gericht normoverschrijdingen in oppervlaktewater willen terugdringen. Dit doen de gewasbeschermingsbedrijven in samenwerking met onder meer de waterschappen en de drinkwaterbedrijven. Deze aanpak blijkt succesvol."
Een ander voorbeeld van samenwerking is dat CropLife NL partner is in het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. "Hier brengen we als sector kennis in, die kan bijdragen aan een betere balans tussen land- en tuinbouw en natuur."
Een terugkerend aandachtspunt is de beeldvorming rond gewasbescherming. "Bij veel mensen bestaat ten onrechte het beeld dat de land- en tuinbouw zonder gewasbeschermingsmiddelen kan. Als sector moeten we blijven uitleggen dat gewasbeschermingsmiddelen een relevante rol spelen in een duurzame land- en tuinbouw van de toekomst. En tegelijkertijd is innovatie de sleutel om telers te ondersteunen in de teelt van gezonde gewassen, met een zo laag mogelijke impact op mens, dier en milieu. Daar sluiten de zes commitments van CropLife Europe bij aan en wij werken hier in Nederland hard aan."
De gewasbeschermingsbedrijven hebben hoge ambities op het gebied van verduurzaming. Nederland vervult hierin op meerdere fronten een voortrekkersrol.