STORL-regeling nieuwe stijl in 2023 van start
MAKKELIJK VERPAKKINGEN INLEVEREN VAN ALLE GEWASVERZORGINGSPRODUCTEN
Sinds 1988 bestaat er een regeling voor het inleveren van resten en restanten van gewasbeschermingsmiddelen. Ook waren er afspraken over het inleveren van gespoelde verpakkingen als bedrijfsafval. Dit alles werd georganiseerd via de zogeheten STORL-regeling, die wordt gefinancierd door de gewasbeschermingsbedrijven. Om meerdere redenen krijgt de STORL-regeling een nieuwe vorm. Ook wordt hij verbreed naar alle gewasverzorgingsproducten.
Twee aanleidingen voor nieuwe regeling
"Voor schone, droge cans wordt de nieuwe STORL-regeling in de loop van 2023 uitgerold over Nederland. Voor resten, restanten en niet-spoelbare verpakkingen willen we in 2024 van start gaan", zeggen Wim in 't Veld en Gerard Top. Samen met projectleider Leo Melissen geven zij uitvoering aan de inrichting van de nieuwe STORL-regeling.
"De regeling heeft altijd goed gewerkt, maar wordt nu vernieuwd om meerdere redenen", vervolgen beiden. "De eerste reden is dat de laatste paar jaar de regeling steeds minder goed werkte. Dat komt doordat de gemeentelijke milieustraten geen zorgplicht meer hebben voor bedrijfsafval. Dat heeft tot gevolg dat nog slechts een handvol milieustraten restanten van telers en loonwerkers aannam."
De tweede reden: "Sinds 1 januari 2023 geldt de zogeheten Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid, kortweg UPV. Die houdt in dat producenten de verantwoordelijkheid dragen voor de afvalfase van hun producten. Zij moeten ervoor zorgen dat de verpakkingen van hun producten op een duurzame wijze worden hergebruikt of gerecycled."

Wim in 't Veld, STORL: "Doordat de gemeentelijke milieustraten geen zorgplicht meer hebben voor bedrijfsafval, werkte de STORL-regeling steeds minder goed."

Gerard Top, STORL: "Sinds 1 januari 2023 geldt de zogeheten Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid. Mede om die reden is de STORL-regeling aangepast."
De oude STORL-regeling
Voordat we ingaan op de nieuwe STORL-regeling, eerst een korte uitleg over de oude regeling. Oorspronkelijk stond de afkorting STORL voor Stichting Opruiming Restanten Landbouwbestrijdingsmiddelen. Dit betrof alleen verpakkingen van gewasbeschermingsmiddelen. De regeling hield in dat telers en loonwerkers resten, waarvan de verpakking was voorzien van een STORL-logo, kosteloos konden inleveren bij de milieustraat van hun gemeente. De milieustraten konden hiervoor een vergoeding per kilogram aanvragen bij de stichting STORL.
De regeling werd gefinancierd door de deelnemers van CropLife NL en diverse gewasbeschermingsbedrijven die niet bij CropLife NL zijn aangesloten. Verder waren er van tijd tot tijd zogeheten 'Bezem door de kast acties': speciale inzamelacties, meestal georganiseerd door het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) en voor een deel ook gefinancierd via STORL.

De oude STORL-regeling hield in dat telers en loonwerkers resten, waarvan de verpakking was voorzien van een STORL-logo, kosteloos konden inleveren bij de milieustraat van hun gemeente.
De nieuwe STORL-regeling
De nieuwe STORL-regeling behoudt dezelfde naam, maar de betekenis van de afkorting verandert: Stichting Opruiming Restanten en lege verpakkingen in de Landbouw.
De huidige partners in de nieuwe STORL-regeling zijn LTO Nederland, Agrodis (distributie), Cumela (loonwerk) en CropLife NL. De nieuwe regeling is deels geïnspireerd op andere Europese inzamelsystemen, waar goede ervaringen mee zijn. In het kort komt de nieuwe regeling hierop neer:
- Er komen twee stromen, met ieder een eigen behandeling: (1) droge, plastic cans die gespoeld en dus schoon zijn, en (2) resten, restanten en niet-spoelbare verpakkingen.
- De nieuwe regeling is uitgebreider dan de oude regeling. Naast lege, schone verpakkingen van gewasbeschermingsmiddelen kunnen ook lege, schone verpakkingen van andere gewasverzorgingsproducten worden aangeboden. Denk daarbij aan (blad)meststoffen, biostimulanten, hulpstoffen en (behandeld) zaaizaad.
- De schone, droge cans bewaart de teler in speciale zakken, die (kosteloos) worden opgehaald of kunnen worden ingeleverd tijdens regionale inzamelingsacties. De uitrol hiervan over Nederland zal in de loop van 2023 plaatsvinden.
- Gestreefd wordt naar zoveel mogelijk recycling van de ingezamelde schone, droge cans. Zo ook naar gecontroleerde afzet van het te recyclen materiaal.
- Resten, restanten en niet-spoelbare verpakkingen worden tijdens speciale campagnes opgehaald en naar een afvalverwerker gebracht. Start in 2024.

Onder de nieuwe STORL-regeling vallen ook lege, schone verpakkingen van andere gewasverzorgingsproducten, bijvoorbeeld van vloeibare meststoffen.
De eerste stroom: schone, droge verpakkingen
De stroom schone, droge verpakkingen betreft plastic cans (alleen HDPE en PET), voorzien van het STORL-logo. Dit is bedrijfsafval. Deze cans moeten, op basis van overheidsregelgeving, worden gespoeld. De doppen zijn van een ander soort plastic en deze kunnen, na schoonspoelen, mee met het bedrijfsafval.
In de nieuwe opzet van de STORL-regeling kopen telers en loonwerkers speciale plastic inzamelingszakken bij een distributeur, om daarin de schone, droge verpakkingen op te slaan. Deze zak van 400 liter van gerecycled plastic is doorzichtig (zodat de inhoud te controleren is), is voorzien van het STORL-logo en kost de koper enkele euro's. Belangrijk is ook dat de volle zakken schoon en droog worden opgeslagen.
Afhankelijk van het aanbod worden deze zakken één of meerdere keren per jaar opgehaald, of er is van tijd tot tijd een inzamelingsactie op een nader vast te stellen punt in de regio. Er wordt naar gestreefd dat de inzamelpunten niet meer dan 25 kilometer van een boerderij liggen.
"In gebieden met een groot aanbod, bijvoorbeeld met grote akkerbouwbedrijven en loonbedrijven, gaan we de zakken ophalen", vertelt Gerard Top. "Het gaat wel om kostenefficiëntie: een ophaalronde moet een nagenoeg volle vrachtwagen opleveren. Aanbieders kunnen zich melden via een formulier op de website van STORL, waar ze ook het aantal zakken dat ze willen gaan inleveren kunnen opgeven."

In de nieuwe opzet van de STORL-regeling kopen telers en loonwerkers speciale plastic inzamelingszakken (voorzien van het STORL-logo) bij een distributeur.

Overhandiging van de eerste STORL zak.
Regio voor regio uitrollen
"Op basis van twee pilots schatten we in dat de inhoud van zo'n zak voor 70 procent bestaat uit verpakkingen van gewasbeschermingsmiddelen en voor 30 procent uit verpakkingen van andere gewasverzorgingsproducten", zegt Wim in 't Veld.
Deze pilots hebben in 2022 plaatsgevonden in de Kop van Noord-Holland en op Schouwen-Duiveland. "In de pilots hebben we proefgedraaid met beide afvalstromen: zowel de schone cans als de resten en restanten. Die pilots liepen naar wens en we zijn daarin goed ondersteund door de distributiebedrijven."
Zoals eerder vermeld, wordt de inzameling van de stroom schone, droge cans dit jaar over Nederland uitgerold. "Dat doen we niet ineens, maar regio voor regio", merkt Wim in 't Veld op. "Iedere regio vraagt een eigen aanpak, afhankelijk van de regionale kenmerken. Per regio willen we het aan zowel de voorkant als de achterkant goed hebben geregeld voordat we starten. Dus dat er een distributeur is waar zakken kunnen worden gekocht, dat de inzameling goed is georganiseerd, maar dat ook geregeld is dat het opgehaalde materiaal afgeleverd kan worden bij een verwerkings- of recyclingbedrijf."
Naar volledige recycling
Het streven is dat de schone, droge verpakkingen zoveel mogelijk worden gerecycled. "Dat willen we als gewasbeschermingsketen zelf en het wordt ook verplicht vanuit de eerder genoemde Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid", zegt Gerard Top. "CropLife Europe heeft aangegeven dat zij streeft naar een inzamelingspercentage van plastic cans van 75 procent in alle EU-lidstaten in 2025. De EU streeft naar 50 procent recycling van het verpakkingsplastic in 2025. En in 2030 naar 55 procent recycling en naar 45 procent hergebruik van verpakkingen als grondstof voor een ander product op basis van kunststof. Voorbeelden van hergebruik (zie ook foto) zijn een mantelbuis voor kabels onder de grond, kunststof bermpaaltjes en andere kunststof palen. Nieuwe technologie gaat zo ver dat er nieuwe plastic cans worden gemaakt met een binnenlaag van gerecycled materiaal."

Voorbeelden van producten die gemaakt zijn van gerecycled plastic.
De tweede stroom: resten en restanten
De tweede stroom betreft resten en restanten van gewasverzorgingsproducten. Resten zijn verpakkingen die niet helemaal leeg zijn of die niet spoelbaar zijn. Restanten zijn niet-aangebroken verpakkingen, bijvoorbeeld van middelen waarvan de toelating is vervallen. Deze verpakkingen vallen onder (klein) gevaarlijk afval en moeten uiteindelijk naar een verbrandingsoven.
"Met de inzameling hiervan starten we in 2024", vertelt Wim in 't Veld. "Dit klein gevaarlijk afval wordt tijdens speciale campagnes kosteloos opgehaald bij de telers. Het is doorgaans hoog calorisch materiaal, dat gedoseerd in een verbrandingsoven moet worden gebracht. Het plan is om in iedere regio elke twee jaar een inzameling te doen voor resten en restanten."
Gerard Top vult aan: "Resten en restanten vereisen een andere behandeling dan schone cans en er geldt specifieke wet- en regelgeving voor."

Ook resten en restanten vallen onder de STORL-regeling. Resten zijn verpakkingen die niet helemaal leeg zijn of die niet spoelbaar zijn. Restanten zijn niet-aangebroken verpakkingen.
Bijdragen aan circulaire economie
De opzet van de nieuwe STORL-regeling is een uitdagende klus, stellen Wim in 't Veld en Gerard Top. "Er zijn veel schakels en die moeten allemaal goed op elkaar aansluiten. Bovendien kan de aanpak per regio verschillen. Ook gelden er allerlei soorten wet- en regelgeving waar we rekening mee moeten houden. En tot slot moet het zo kostenefficiënt mogelijk."
De deelnemende organisaties zijn sterk gemotiveerd. "Het welslagen van de nieuwe STORL-regeling en het realiseren van onze ambities hangt sterk af van alle betrokkenen. Producenten die in de land- en tuinbouw producten verkopen in cans of zakken, zijn verantwoordelijk voor de financiering. We rekenen op de adviseurs van de distributeurs om de regeling en het belang ervan onder de aandacht van telers en loonwerkers te brengen. Voor telers wordt het zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt: financieel is het zeer aantrekkelijk en ze kunnen met een relatief geringe inspanning hun verpakkingen, resten en restanten van gewasverzorgingsproducten op een verantwoorde wijze kwijt. En voor iedereen is er dan een groen vinkje voor de bijdrage aan de maatschappelijk gewenste circulaire economie."