Emissiereductieplannen werpen vruchten af

BIJ TWEE DERDE VAN DE ACTIEVE STOFFEN DALING NORMOVERSCHRIJDINGEN

Om het aantal normoverschrijdingen in het oppervlaktewater nog sterker terug te dringen, zijn vanaf 2016 stofspecifieke emissiereductieplannen (ERP's) geïntroduceerd. Die blijken succesvol: bij twee derde van deze stoffen zien we een daling van het percentage normoverschrijdingen. Het succes is een gezamenlijk succes, omdat alle schakels in de keten hieraan meewerken: van toelatinghouder tot teler.

Wat vooraf ging

Waterkwaliteit en gewasbescherming is al jarenlang een belangrijk aandachtspunt. Door verschillende belanghebbende partijen zijn de nodige inspanningen op dit gebied verricht, met resultaat. Veel instrumenten worden ingezet, waaronder wet- en regelgeving. Dat gaat dan om generieke regels in het Activiteitenbesluit en om specifieke voorschriften op de etiketten ter voorkoming van emissies. Ook zijn er veel projecten gericht op bewustwording en kennisvergroting bij telers en andere toepassers.

Voor individuele stoffen die toch nog de waterkwaliteitsnormen overschrijden, zijn daar vanaf 2016 stofspecifieke emissiereductieplannen (ERP's) bij gekomen. Dat houdt in dat er ieder jaar enkele actieve stoffen worden aangewezen, waarvan de toelatinghouder per stof een analyse maakt en een plan van aanpak.

Inmiddels zijn we vijf jaar verder en is gebleken dat de ERP's hun vruchten afwerpen. Uiteraard lopen de generieke maatregelen om normoverschrijdingen terug te dringen intussen ook door. Zo zijn in de tussentijd de erfemissiescan en de perceelemissiescan ontwikkeld. Deze instrumenten geven individuele telers beter inzicht in emissieroutes en reiken maatregelen op maat aan.

Positieve resultaten

Van de vijftien stoffen met een ERP die op dit moment zijn toegelaten in Nederland, laat de meerderheid (tien stoffen) dalende overschrijdingspercentages zien. De overschrijdingspercentages van vier stoffen zijn gelijk gebleven en één stof laat een stijging zien. Het overschrijdingspercentage is het percentage meetpunten waar sprake is van een normoverschrijding door de betreffende stof. Voor de analyse is gebruik gemaakt van de Bestrijdingsmiddelenatlas. Daarbij is het percentage over een voortschrijdende driejaarsperiode gevolgd, met als meest recente periode 2017-2019.

Eén van de oorzaken van het niet dalen van het overschrijdingspercentage is dat overschrijdingen soms gerelateerd zijn aan het gebruik in de glastuinbouw. De verplichte zuivering van afvalwater uit de glastuinbouw volledig is pas recent volledig ingevoerd in de praktijk. Daardoor is de volle impact hiervan nog niet terug te zien in de monitoringresultaten. Ook voor de betreffende stoffen zal nu een dalende trend kunnen worden ingezet. Deze zuiveringsplicht is in 2018 ingevoerd, voor collectieve zuivering geldt de plicht pas in 2021.

Dat bij twee derde van de stoffen het ERP tot een daling van de overschrijdingen heeft geleid, is goed ontvangen in de Stuurgroep Duurzame Gewasbescherming. 'Dit is een positief resultaat dat we willen vasthouden', vermeldt de agenda van de stuurgroep.

'ERP's en generieke maatregelen gaan hand in hand'

Hans Willems

Hans Willems is op twee manieren nauw betrokken bij de ERP's en emissiereductie in het algemeen: als registratiefunctionaris bij Nefyto-deelnemer Syngenta en als lid van de werkgroep Water van Nefyto.

"We zien dat ERP's en generieke maatregelen hand in hand gaan. Doordat wij als toelatinghouders per stof een analyse en een plan van aanpak maken, krijgen we inzichten over emissieroutes die algemeen toepasbaar zijn. Daarbij zorgen de ERP's ervoor dat emissiereductie nadrukkelijker op de agenda komt te staan bij de betrokken toelatinghouders. Dat merk ik bij Syngenta zeker. Alle geledingen binnen ons bedrijf houden zich met emissiereductie bezig: de teeltadviseurs, de commerciële mensen, de registratiefunctionarissen enzovoorts. Het is een vast onderwerp in onze besprekingen."

Hans Willems denkt dat juist de combinatie van ERP's en generieke maatregelen ervoor kan zorgen dat de doelstellingen gehaald gaan worden. "De generieke acties gaan onverminderd door en dat moet ook. Zo zal de introductie van het gesloten vulsysteem (Closed Transfer System) zeker gaan bijdragen aan emissiereductie. En nog niet alle telers hebben de erfemissiescan en perceelemissiescan ingevuld. Daar valt ook nog winst te behalen."

Wat zit er in een ERP?

Hoe ziet een ERP er eigenlijk uit en wat zijn de ingrediënten? Wie dat precies wil weten, kan de (samenvattingen van de) ERP's bekijken op toolboxwater.nl. Daar staan ze allemaal. Wat zijn de algemeen terugkerende elementen in een ERP?

Hans Willems legt uit: "Een belangrijk element zijn aanpassingen in het wettelijk gebruiksvoorschrift van middelen met de betreffende actieve stof. Denk aan minder toegestane toepassingen per seizoen, een lagere dosering of strengere eisen aan driftreductie. Het Ctgb voert deze wijzigingen dan door in het wettelijk gebruiksvoorschrift, op verzoek van de toelatinghouder. Een andere mogelijkheid is een aanbeveling op het etiket of duidelijke aandacht voor een specifieke werkwijze bij telers."

Aanpassing van het wettelijk gebruiksvoorschrift is een uitgesproken stofspecifieke maatregel. "Daarnaast kun je ook denken aan teeltgerichte maatregelen. Die kun je nemen als de analyse doet vermoeden dat bepaalde overschrijdingen sterk teeltgebonden zijn. Denk aan het advies om dammetjes aan te brengen tussen aardappelruggen, om perceelafspoeling tegen te gaan. En dan zijn er ook nog gebiedsgerichte maatregelen, als specifieke normoverschrijdingen sterk gerelateerd blijken aan een bepaald gebied. Daarin zoeken we veelal de samenwerking met de waterschappen."

Kritische evaluatie PBL

Het Planbureau voor Leefomgeving (PBL) heeft in 2019 een tussenevaluatie van de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst gepubliceerd (titel: Geïntegreerde gewasbescherming nader beschouwd). Daarin wordt gesteld dat de ERP's nog onvoldoende resultaat laten zien (op moment van het samenstellen van genoemd rapport). Volgens het PBL komt dat doordat de wettelijke maatregelen nog onvoldoende zijn geïmplementeerd en de bovenwettelijke maatregelen (bijvoorbeeld de erfemissiescan) nog te weinig navolging krijgen, mede doordat ze niet verplicht zijn.

"Inmiddels weten we dat de ERP's wel degelijk effect hebben", zegt Hans Willems. "Waarbij het goed is om te beseffen dat je het effect van een ERP pas na een paar jaar terugziet in de metingen. Punt is wel dat het wettelijk gebruiksvoorschrift erg ingewikkeld kan zijn. Het voornemen van de toelatinghouders en het Ctgb is om de etiketten eenvoudiger en robuuster te maken. Dat komt de naleving ten goede en dat kan positief uitwerken op de emissiereductie."

Hans Willems merkt tot slot nog op dat het succes van de Nederlandse ERP's uitstraling heeft naar omringende landen. "Ook in België is men met ERP's begonnen, naar Nederlands voorbeeld."