'Gewasbescherming is nodig voor voldoende en betaalbaar voedsel voor iedereen'
ERIC KIERS (CROPLIFE NL) PLEIT VOOR HOOGPRODUCTIEVE, DUURZAME AKKER- EN TUINBOUW
In de debatten voorafgaand aan de Tweede Kamerverkiezingen zullen ook voedselvoorziening en verduurzaming van de landbouw aan de orde komen. "Landbouwgrond is schaars en de opbrengst staat door klimaatverandering onder druk. Daarom pleit ik voor een hoogproductieve akker- en tuinbouw", zegt Eric Kiers, directeur verduurzaming van CropLife NL. "Dat is nodig voor voldoende en betaalbaar voedsel voor iedereen. En door landbouwgrond optimaal te benutten, op uiteraard een duurzame manier, ontstaat elders meer ruimte voor natuur. Binnen een hoogproductieve akker- en tuinbouw speelt gewasbescherming een belangrijke rol."
'Zuinig zijn op landbouwgrond'
Eric Kiers, directeur verduurzaming van CropLife NL: "We moeten onze landbouwgronden op een duurzame manier gebruiken."
"Als je het hebt over voedselproductie, is het goed om te beseffen dat slechts 15 procent van het oppervlakte van Nederland beschikbaar is voor de productie van voedsel", begint Eric. "Bovendien neemt dit areaal de laatste jaren af en is nu zo’n 13 procent minder dan in 2000. Het aardoppervlak is 50,9 miljard hectare. Daarvan is slechts 1,5 miljard hectare (3 procent) geschikt voor plantaardige productie. Bovendien kan op een deel daarvan de teelt alleen plaatsvinden met behulp van continue irrigatie. De hoeveelheid geschikt land gaat ook niet toenemen. Sterker nog, door de klimaatverandering staat de hoeveelheid grond die geschikt is voor voedselproductie onder druk. Intussen groeit de wereldbevolking wel, en daarmee de behoefte aan voedsel."
Dat betekent dat we zuinig moeten zijn op onze landbouwgrond, pleit Eric. "Zowel in Nederland, als in Europa en wereldwijd. Dat wil zeggen dat we onze landbouwgronden op een duurzame manier moeten gebruiken, zodat ze tot in lengte van dagen optimaal kunnen worden benut voor voedselproductie. Daar ligt in mijn ogen een opdracht, ook voor Nederland. Maar ik zie eigenlijk momenteel het tegenovergestelde gebeuren. Want de oproep is om te extensiveren, dus om minder opbrengst van het land te halen. Daardoor is er uiteindelijk meer land nodig voor eenzelfde hoeveelheid voedselpoductie."
Nederlanders consumeren ongeveer twee keer het landoppervlakte van Nederland
Nederland is één van de grootste exporteurs van land- en tuinbouwproducten. "Dit kan suggereren dat wij hier meer voedsel produceren dan we nodig hebben", zegt Eric. "Dat is echter niet het geval. Veel van het voedsel dat we consumeren, wordt geïmporteerd. Als Nederland geheel zelfvoorzienend zou willen zijn in voedselproductie, zou er ongeveer twee keer de totale oppervlakte van Nederland nodig zijn. Dit wordt gesteld in een rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving."
Maar hoe zit het dan met die grote export? "Dat betreft vooral de export in waarde uitgedrukt. Denk daarbij aan bijvoorbeeld vermeerderingsmateriaal, zoals zaaizaad en pootgoed. Nederland is hiervan een grote exporteur en dit vertegenwoordigt veel waarde. Daarnaast exporteren wij het meest naar naburige landen, binnen enkele honderden kilometers afstand. 80 procent van onze export gaat naar landen binnen Europa, waarvan twee derde naar onze buurlanden. Verder is Nederland ook doorvoerland: we voegen waarde toe aan geïmporteerde landbouwproducten, om deze vervolgens weer te exporteren."
Er zijn meerdere argumenten aan te voeren voor het streven naar een Europa dat qua voedselproductie zoveel mogelijk zelfvoorzienend is. "Onder meer omdat we dan minder afhankelijk zijn van import en dus minder kwetsbaar zijn qua voedselzekerheid", stelt Eric. "Dit pleit voor een hoogproductieve akker- en tuinbouw. Gewasbeschermingsmiddelen zijn en blijven daarbij noodzakelijk. Het wordt mijns inziens tijd dat de politiek, zowel nationaal als Europees, naast een voedselvisie met een landinrichtingsvisie komt."
Als Nederland geheel zelfvoorzienend zou willen zijn in voedselproductie, zou er ongeveer twee keer de totale oppervlakte van Nederland nodig zijn.
'Juist maximalisering van de plantaardige productie is goed voor de biodiversiteit'
We zien dat maatschappelijke organisaties en politieke partijen oproepen om een duurzamere landbouw te krijgen door te extensiveren. "Als het gaat om akker- en tuinbouw, pleit ik juist voor maximale productie", stelt Eric. Hij noemt de belangrijkste redenen hiervoor: "De zekerheid van voldoende en betaalbaar voedsel voor iedereen, nu en in de toekomst. En doordat je de beschikbare landbouwgrond optimaal benut, uiteraard op een duurzame manier, houd je maximale ruimte voor de natuur en versterk je juist daarmee de biodiversiteit. Veel soorten leven in de natuur, maar niet in een extensief, natuurinclusief landbouwsysteem."
Maar staat een hoogproductieve plantaardige productie niet haaks op het politieke en maatschappelijke streven naar verduurzaming? Want een hoogproductieve landbouw kan bijvoorbeeld niet zonder synthetische gewasbeschermingsmiddelen. "Hoogproductief en duurzaam zijn geen tegengestelden van elkaar en kunnen wel degelijk samen gaan", stelt Eric. "Dankzij innovaties in technologie en gewasbeschermingsmiddelen is een hoge plantaardige productie op een duurzame, verantwoorde manier te realiseren. Ik zie hoe onze bedrijven daarmee bezig zijn, met veel positieve energie. Daar word ik blij van en het stemt mij optimistisch."
"Streef in de akker- en tuinbouw naar maximale productie, om zo iedereen de zekerheid van voldoende en betaalbaar voedsel te bieden, nu en in de toekomst", pleit Eric Kiers.
Ziekten en plagen in continue wedloop met planten
Eén van de speerpunten van Toekomstvisie gewasbescherming 2030 betreft weerbare teelten en gewassen. "CropLife NL is één van de ondertekenaars van deze Toekomstvisie en is partner in het Uitvoeringsprogramma ervan", zegt Eric. "Als CropLife NL staan we achter het streven naar de ontwikkeling van weerbare teelten en gewassen. Wel is het goed om te beseffen dat weerbare gewassen nog steeds schade kunnen oplopen door ziekten, plagen en onkruiden. Op het gebied van weerbaarheid kun je veel bereiken met onder meer de juiste zorg voor de bodem, gewasrotatie, rassenkeuze (bijvoorbeeld resistente rassen) en biostimulanten. Echter, al deze maatregelen geven geen honderd procent bescherming. Gewasbeschermingsmiddelen, zowel synthetisch als biologisch, blijven nodig om de oogst zeker te stellen."
Ook resistente rassen moeten met gewasbeschermingsmiddelen beschermd worden tegen de ziektes en plagen waartegen ze resistent zijn, legt Eric uit. "Doe je dat niet, dan wordt een resistentie vanzelf een keer doorbroken. Want in de natuur vindt er voortdurend een wedloop plaats tussen ziektes en planten. Zo zal bijvoorbeeld een schimmel die een gewas aantast altijd op zoek gaan naar een manier om de resistentie te doorbreken of te omzeilen. Want dergelijke schimmels hebben de plant nodig om te overleven. Wel hebben resistente rassen minder bespuitingen nodig."
Een aantasting door de schimmelziekte meeldauw. In de natuur vindt er voortdurend een wedloop plaats tussen ziektes en planten. Daardoor zijn en blijven gewasbeschermingsmiddelen nodig.
Investeren in biologische middelen
Naast synthetische middelen ontwikkelen de gewasbeschermingsbedrijven ook al tientallen jaren biologische middelen, zoals feromonen en micro-organismen. "De laatste jaren zien we dat de bedrijven deze ontwikkeling intensiveren. Dit zal een belangrijke bijdrage leveren aan de ingezette transitie naar een duurzame land- en tuinbouw", aldus Eric.
"De meeste biologische middelen, zoals micro-organismen, luisteren nauw qua moment en wijze van toepassing, om ze zo effectief mogelijk te kunnen toepassen. Het luistert nauwer dan bij de traditionele, synthetische middelen. Zo moeten micro-organismen, zoals bacteriën en schimmels, zich eerst vestigen op de plant. Dit betekent dat ze eerder, en soms ook vaker, toegepast moeten worden dan synthetische middelen. Deze biologische middelen vragen een heel andere kijk op gewasbescherming. Daarom laten de gewasbeschermingsbedrijven met demonstratieproeven aan telers zien hoe deze producten werken en hoe deze optimaal toe te passen."
Technische ontwikkelingen gaan de teler hierbij ondersteunen. "Door eerder te zien dat een ziekte of plaag zich in het gewas aan het ontwikkelen is, kan er op het juiste moment een behandeling plaatsvinden."
Naast biologische middelen investeren de gewasbeschermingsbedrijven ook in laag-risico middelen. De meeste biologische middelen zijn een laag-risico middel. Ook zijn er synthetische middelen die in deze categorie vallen.
De laatste jaren zien we dat de gewasbeschermingsbedrijven de ontwikkeling van biologische middelen intensiveren. Op de foto: Trichoderma harzianum, een schimmel die planten tegen schimmelziekten beschermt, zoals fusarium en pythium.
Precisietechnologie vermindert middelengebruik aanzienlijk
De technologische ontwikkelingen gaan wereldwijd erg snel. "Dat geldt ook voor ons werkveld gewasbescherming", aldus Eric. "Met de nieuwe technieken kan bijvoorbeeld het ontstaan van ziekten en plagen in het veld veel accurater worden voorspeld, waardoor deze succesvoller aangepakt kunnen worden."
Dat zijn mooie ontwikkelingen, stelt Eric. "Daarnaast investeren gewasbeschermingsbedrijven veel in precisietoepassingen. Met behulp van deze innovatieve technieken, in combinatie met kunstmatige intelligentie, worden middelen alleen daar gespoten waar ze echt nodig zijn. De besparingen op middelengebruik met deze technieken kunnen aanzienlijk zijn."
Spotspraying is een precisietechnologie waarmee middel alleen daar wordt gespoten waar het nodig is.
'We hebben niet de luxe om zomaar middelen te verbieden'
Ondanks dat het middelenpakket steeds groener wordt, blijven synthetische middelen nodig, stelt Eric. "Deze middelen nemen hun eigen plek in binnen Integrated Pest Management (IPM). We hebben als samenleving eenvoudigweg niet de luxe om deze middelen zomaar te verbieden. Want als we, als samenleving of politiek, ervoor kiezen dat sommige toegelaten middelen niet meer ingezet kunnen worden, kunnen ziekten en plagen niet goed meer worden bestreden en komen er misoogsten. Hierdoor wordt ons voedselsysteem kwetsbaar, met alle gevolgen van dien."
Kortom, het volledige pakket middelen is noodzakelijk voor voldoende oogstzekerheid en het behoud van betaalbaar voedsel voor iedereen. "Het is gereedschap dat telers nodig hebben om gewassen te telen. Dat gereedschap kunnen we hen niet afpakken."
Het volledige pakket gewasbeschermingsmiddelen is noodzakelijk voor voldoende oogstzekerheid.
Samenvattend
• Een hoogproductieve akker- en tuinbouw is noodzakelijk voor voldoende betaalbaar voedsel voor iedereen.
• Dit moet zo duurzaam mogelijk plaatsvinden, zodat de landbouwgrond tot in lengte van dagen optimaal kan worden benut voor voedselproductie.
• Door een hoogproductieve akker- en tuinbouw kan er veel geproduceerd worden per hectare en is er elders meer ruimte voor natuur. Dit versterkt de biodiversiteit.
• CropLife NL staat achter het streven naar zo weerbaar mogelijk telen. Maar ook weerbare rassen moeten beschermd worden tegen ziekten, plagen en onkruiden, om te voorkomen dat de weerbaarheid wordt doorbroken.
• Gewasbeschermingsmiddelen, zowel synthetisch als biologisch, zijn nodig om zeker te stellen dat een oogst slaagt en de opbrengst optimaal is. Deze middelen nemen een plaats in binnen Integrated Pest Management (IPM).
• Gewasbeschermingsbedrijven investeren veel in de ontwikkeling van biologische en laag-risico middelen. Zo ook in de voorlichting aan telers over optimaal gebruik ervan.
• Precisietechnologie en kunstmatige intelligentie maken het mogelijk om met zo weinig mogelijk middel zoveel mogelijk bescherming te realiseren. Gewasbeschermingsbedrijven investeren veel in deze technologie.