'Verduurzaming vereist gunstig innovatieklimaat'

NEFYTO NAM DEEL AAN RONDETAFELGESPREK MET KAMERLEDEN

Op 12 januari 2022 hield de Vaste Tweede Kamercommissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een rondetafelgesprek over gezonde gewassen en gezonde bodem. Kamerleden gingen in gesprek met deskundigen, belangenorganisaties en het Ctgb. Nefyto werd vertegenwoordigd door directeur Jan Verschoor. Hij riep op tot samenwerking voor de verdere verduurzaming van de land- en tuinbouw, een beter innovatieklimaat en tot uitbreiding van de Europese en Nederlandse beoordelingscapaciteit voor chemische en biologische gewasbeschermingsmiddelen.

Doel van het rondetafelgesprek

In 2030 wil Nederland toonaangevend zijn op het gebied van duurzame gewasbescherming. De concrete doelstellingen staan verwoord in de breed gedragen Toekomstvisie gewasbescherming 2030, met daaraan gekoppeld een Uitvoeringsprogramma. Nefyto is één van de organisaties die zich hieraan heeft verbonden. De Kamerleden hoopten tijdens het rondetafelgesprek antwoord te krijgen op de vraag wat het nut en de noodzaak is van gewasbeschermingsmiddelen. Ook aan bod kwamen de risico's voor de gezondheid van omwonenden van landbouwpercelen en voor de biodiversiteit, als het gevolg van het gebruik van (chemische) middelen.

De bijeenkomst had vier blokken: wetenschap, overheid en toelating, branche en omwonenden. Jan Verschoor, die namens Nefyto het woord voerde, was ingedeeld bij het onderdeel overheid en toelating. Dat gold overigens ook voor Hans Muilerman, die namens Pesticide Action Netwerk sprak, en Ingrid Becks namens het Ctgb.

'Én duurzaamheid én beschikbaarheid'

Jan Verschoor, directeur Nefyto: "Onze bedrijven moeten effectieve middelen ontwikkelen met een steeds duurzamer profiel."

In zijn introductie legde Jan Verschoor uit dat de mensen die werkzaam zijn bij de Nefyto-bedrijven zich iedere dag inzetten voor de ontwikkeling van een breed spectrum aan oplossingen voor telers en voor gezonde gewassen. Die oplossingen omvatten chemische en biologische middelen, biostimulanten, en kennis en technologie die bijdraagt aan een goed gebruik.

Jan Verschoor verwees naar de Toekomstvisie gewasbescherming 2030 en de Europese Farm to Fork strategie. "Het is van belang dat telers over voldoende gewasbeschermingsmiddelen beschikken om gezond en veilig voedsel te kunnen produceren. Deze middelen moeten op een duurzame wijze worden ingezet, conform de uitgangspunten van geïntegreerde gewasbescherming en met zorg voor de omgeving. Het is dus én beschikbaarheid én duurzaamheid."

Dat brengt ook een opgave mee voor de Nefyto-bedrijven: "Onze bedrijven moeten effectieve middelen ontwikkelen met een steeds duurzamer profiel, zoals biologische middelen, laag-risico middelen en chemische middelen. Ook nemen we het op ons om een gerichte en verantwoorde toepassing te bevorderen, met daarin een belangrijke rol voor precisietechnieken en digitalisering."

'Samenwerking essentieel'

De Toekomstvisie gewasbescherming 2030 en het bijbehorende Uitvoeringsprogramma kwamen tijdens het rondetafelgesprek slechts zijdelings aan de orde. Nefyto is één van de ondertekenaars van het Uitvoeringsprogramma. Samen met de overheid, diverse partijen vanuit de land- en tuinbouw, de watersector en milieuorganisaties werkt Nefyto hierin aan het realiseren van deze drie strategische doelen: (1) weerbare plant- en teeltsystemen, (2) nagenoeg zonder emissie en nagenoeg zonder residu, en (3) verbinden landbouw en natuur.

"Om deze doelen te halen, is samenwerking via het Uitvoeringsprogramma van de betrokken partijen essentieel", benadrukte Jan Verschoor tijdens zijn presentatie. Nefyto draagt hier actief aan bij. Zo lanceerde Nefyto in december de Agro E-label app, waarmee maatwerkvoorschriften toegespitst op teelt- en toepassingsomstandigheden digitaal beschikbaar komen. Daarnaast is Nefyto in gesprek met andere partners over de risicobeoordeling voor precisietechnieken en het beter benutten van studies.

Akkerranden kunnen bijdragen aan het verbinden van landbouw en natuur, één van de doelstellingen van Toekomstvisie gewasbescherming 2030.

Innovatie gebaat bij voorspelbaar toelatingsbeleid

Gewasbeschermingsmiddelen behoren tot de best en strengst onderzochte stoffen ter wereld, stelt Nefyto in haar positionpaper die zij voor het rondetafelgesprek had ingediend (en die uiteraard ook op de website van Nefyto staat). Nefyto hecht veel waarde aan een toelatingsbeleid van gewasbeschermings­middelen dat gestoeld is op wetenschap en onafhankelijkheid. Op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten worden toetsingskaders steeds geactualiseerd. Dit borgt de effectiviteit en veiligheid van de individuele middelen.

"De ontwikkeling van een nieuw gewas­beschermingsmiddel is kostbaar en tijdrovend. Om te kunnen innoveren, hebben de gewas­beschermingsbedrijven daarom een goed investeringsklimaat nodig. Dat betekent: een voorspelbaar toelatingsbeleid, op basis van een onafhankelijke beoordeling en weten­schappelijke data", aldus Jan Verschoor. Nefyto roept dan ook op om de beoordeling van deskundige instanties, zoals EFSA en het Ctgb, te respecteren.

Meer beoordelingscapaciteit nodig

Om te verduurzamen moeten nieuwe innovatieve middelen zo snel mogelijk toegang krijgen tot de Nederlandse markt, stelt Nefyto. Denk hierbij aan biologische middelen en (biologische en chemische) laag-risico middelen. Gebrek aan beoordelings­capaciteit in Nederland en Europa leidt nu tot grote vertragingen. Het gevolg is dat wettelijke termijnen voor de toelating van de middelen niet worden gehaald. "De innovaties moeten zo snel mogelijk beschikbaar komen voor telers. Alleen dan is een omslag naar duurzame teelt mogelijk. Om dit te realiseren, moet de beoordelings­capaciteit in Nederland en de EU significant worden vergroot", pleit Jan Verschoor.

Wat verder opviel

De uitgenodigde sprekers vertegenwoordigden een breed veld aan mensen en organisaties die op de een of andere manier betrokken zijn bij het dossier gewasbescherming. Enkele zaken die tijdens het gesprek opvielen:

  • Jan Verschoor werd de vraag gesteld of de transitie naar een duurzame land- en tuinbouw wellicht te weinig verdienvermogen oplevert voor de gewasbeschermingsbedrijven om nog te willen investeren in innovatie. "Dat beeld herken ik niet", stelde Jan Verschoor. "Er wordt juist zeer hoog ingezet op de ontwikkeling van nieuwe stoffen en nieuwe middelen. Echter, door een gebrek aan beoordelingscapaciteit bereiken de innovaties de markt niet. Daarom ons pleidooi voor uitbreiding van die capaciteit."
  • Diverse vragen van Kamerleden hadden betrekking op de inhoud van het toelatingsbeleid en over wat nu wel en niet wordt meegenomen in een toelatingsbeoordeling. Voor Ingrid Becks, secretaris/directeur van het Ctgb, was dit aanleiding om de Kamerleden aan te bieden binnenkort een technische briefing te organiseren.
  • CDA-Kamerlid Derk Boswijk vroeg Jan Verschoor naar zijn visie op de recente publicatie van een onderzoek door Meten = Weten. Dit Drentse burgerinitiatief concludeert in het rapport dat 'er een deken van landbouwgif over Nederland ligt'. Jan Verschoor antwoordde: "Niet alle bronnen van de gevonden stoffen zijn gewasbeschermingsmiddelen. Het betreft ook andere stoffen, waaronder biociden. Verder zien we dat de concentraties van de gevonden stoffen laag zijn. Dat vinden wij op zich een geruststellende gedachte. Maar het is niet aan mij om die conclusie te trekken. We hebben instanties om daar een gevalideerde uitspraak over te doen."
  • Diverse insprekers vroegen aandacht voor de reikwijdte van de toelatingsprocedure van gewasbeschermingsmiddelen, waarbij hoogleraar neurologie Bas Bloem er voor pleitte om binnen de toelating niet alleen te kijken naar neurodegeneratieve effecten, maar dit uit te breiden met een procedure voor neurotoxische effecten, zoals de ziekte van Parkinson. Ingrid Becks (Ctgb) gaf aan dat dit punt reeds onder de aandacht is gebracht van de Europese autoriteit EFSA.
  • Overschakelen naar biologische land- en tuinbouw kwam tijdens het rondetafel­gesprek regelmatig ter sprake als een mogelijke oplossingsrichting voor de verdere verduurzaming. Echter, ook biologische telers hebben gewas­beschermings­middelen nodig om ziekten, plagen en onkruiden voldoende effectief te kunnen bestrijden. "Bovendien werkt de biologische landbouw voor een andere markt dan de gangbare landbouw", legde WUR-onderzoeker Marleen Riemens uit. "De prijzen zijn anders, de acceptatie van het kwaliteitsniveau is anders. We weten verder dat wereldwijd, maar ook in Nederland, de biologische teelt 72 procent van het opbrengstniveau van de gangbare teelt haalt. Dat is een behoorlijk gat. Overgaan naar biologische landbouw vraagt dus ook meer landgebruik. En het zijn andere risico's die moeten worden afgedekt."

De zwarte bonenluis is een plaaginsect dat schade aanricht in diverse teelten. Hoe weerbaar gewassen ook zijn, een effectieve bestrijding van ziekten en plagen blijft nodig.

Meer informatie

  • Het rondetafelgesprek over gewasbeschermingsmiddelen vond vanwege de coronamaatregelen online plaats. U kunt de bijeenkomst hier terugkijken.
  • Meer informatie over het rondetafelgesprek (met de positionpapers die de deelnemers van tevoren konden indienen) vindt u hier.
  • De positionpaper van Nefyto is ook hier te vinden.

'De innovaties moeten zo snel mogelijk beschikbaar komen voor telers. Alleen dan is een omslag naar duurzame teelt mogelijk'