Slechts veertig procent stoffen voor gewasbescherming haalt eindstreep

VOEDSELZEKERHEID IN EUROPA OP DE TOCHT

De afgelopen drie jaar is slechts veertig procent van de actieve stoffen voor gewasbeschermingsmiddelen door de Europese (her)registratie gekomen. Voor specifiek de chemische stoffen blijkt dit maar een kwart te zijn. Dit blijkt uit een inventarisatie door Jolanda Wijsmuller van Bayer CropScience. Als deze trend zich doorzet, gaat het effectief middelenpakket de komende jaren drastisch krimpen. De zogeheten cut-off criteria spelen hierin een belangrijke rol. Wat betekent deze ontwikkeling voor Europese telers en voor de voedselzekerheid?

Aanleiding voor inventarisatie

Jolanda Wijsmuller is Value Chain, Biologics & Minor Crops Manager bij Nefyto-deelnemer Bayer CropScience. Ze vertelt over de aanleiding van haar inventarisatie: "Van een belangrijk insecticide van Bayer diende de herregistratie zich aan. Zoals iedere toelatinghouder doet, maakte Bayer van tevoren een inschatting van de haalbaarheid van die herregistratie. Daaruit bleek dat de actieve stof in kwestie zou struikelen op de zogeheten cut-off criteria (zie verderop in dit artikel). Bayer besloot daarop om geen dossier in te dienen voor herregistratie en dit ook te communiceren. Dat leverde opvallend veel reacties op uit diverse land- en tuinbouwsectoren. Duidelijk was dat door het wegvallen van dit insecticide de insectenbestrijding in verschillende teelten in het gedrang zou komen." De sectoren geven steeds vaker aan dat de bestrijding van ziekten, plagen en onkruiden steeds moeilijker wordt en soms zelfs niet meer mogelijk, door een krimpend middelenpakket. "Voor mij was dat aanleiding om eens in de cijfers te duiken om te zien hoe het feitelijk zit", vertelt Jolanda Wijsmuller.

Veel stoffen niet door herregistratie

Gekeken is naar de afgelopen drie jaar (juli 2018 tot september 2020): • Over 147 stoffen is een besluit genomen: 103 chemische stoffen en 44 biologische stoffen. • Het betrof 125 stoffen die toe waren aan herregistratie en 22 nieuwe stoffen. • Van die 125 stoffen besloot de toelatinghouder voor 57 stoffen geen aanvraag voor herregistratie in te dienen. • Van de overige 90 stoffen voor herregistratie kregen 29 stoffen geen herregistratie, waarvan 19 stoffen op basis van cut-off criteria. • 13 stoffen kregen een beperkte herregistratie (bijvoorbeeld met restricties in de toepassing of voor een kortere termijn). • De goedgekeurde 48 stoffen betreffen 22 nieuwe stoffen en 26 stoffen voor herregistratie. Dat zijn 19 chemische stoffen, 23 stoffen van biologische herkomst en 6 basisstoffen. • Samengevat: slechts zo'n 40 procent van alle stoffen komt door het (her)registratieproces.

Cut-off criteria hebben vergaande gevolgen

Uit de inventarisatie blijkt dat bij ongeveer twee derde van de stoffen die niet worden goedgekeurd, één of meerdere cut-off criteria de doorslaggevende factor zijn. De cut-off criteria zijn onderdeel van de Europese Verordening 1107/2009 voor gewasbeschermingsmiddelen, die in 2011 van kracht werd. De cut-off criteria hebben betrekking op specifieke intrinsieke gevaarseigenschappen van een actieve stof. Dat betreft hormoonverstorende werking, carcinogene werking, mutageen en verstoring van de reproductie (voortplanting). Als een actieve stof één of meerdere van deze eigenschappen heeft, vindt geen risicobeoordeling plaats en is goedkeuring per definitie uitgesloten. Met de toepassing van cut-off criteria voor gewasbeschermingsmiddelen is Europa uniek in de wereld. Er was, en is nog steeds, veel discussie over deze cut-off criteria. Dat betreft het feit dat er niet op risico beoordeeld wordt en gekeken wordt of een stof veilig kan worden gebruikt, maar dat op louter intrinsieke eigenschappen een actieve stof niet wordt goedgekeurd. Daar komt bij dat veel voedingsmiddelen vergelijkbare intrinsieke eigenschappen hebben. Soja en koffie bijvoorbeeld hebben een hormoonverstorende werking.

Als deze trend zich doorzet

"Als deze trend zich doorzet, gaat de komende jaren een aanzienlijk aantal actieve stoffen verdwijnen", schat Jolanda Wijsmuller in. "Want voor ongeveer driekwart van de huidige geregistreerde stoffen loopt eind 2025 de registratie af. Als je de huidige lijn doortrekt, zal een groot deel daarvan niet door de herregistratie komen. En het is de verwachting dat over ruim vier jaar meer dan de helft van de chemische actieve stoffen is verdwenen."

De (her)registratie van een gewasbeschermingsmiddel is kostbaar. Daarom maken producenten van tevoren steeds een inschatting of dit economisch rendabel is én wat de kans van slagen is. "Het Europese toelatingsbeleid is nu zo streng, dat veel actieve stoffen per definitie geen kans maken door het Europese registratieproces te komen of dat toelatinghouders kunnen gaan denken 'laat Europa maar zitten'. Dit kan er ook toe leiden dat veel nieuwe gewasbeschermingsmiddelen niet in Europa komen", vreest Jolanda Wijsmuller. "Daarmee gaat de innovatie aan Europa voorbij, wat de omslag naar weerbaar telen bemoeilijkt. Door het sterk krimpende middelenpakket komt de voedselzekerheid in gevaar en zal Europa meer afhankelijk worden van voedselimport. Op basis van deze analyse zouden de effecten van de Europese Verordening 1107/2009 wel eens groter kunnen zijn dan de Farm-to-Fork strategie. De impact analyses van de Farm-to-Fork strategie hebben inzichtelijk gemaakt wat de gevolgen hiervan zijn (zie eerder artikel hierover in Nefyto Bulletin)."

En de biologische middelen dan?

Gewasbeschermingsbedrijven ontwikkelen steeds meer biologische middelen, juist ook om de omslag naar weerbaar telen te ondersteunen. Welk perspectief bieden deze middelen? "Er komen zeker nieuwe biologische middelen aan. Maar ook de ontwikkeling en toelating van deze middelen is tijdrovend. En een deel van de biologische stoffen komt ook niet door de (her)registratie", aldus Jolanda Wijsmuller.

"Bovendien zijn biologische middelen doorgaans minder effectief dan chemische middelen. Ze voldoen uitstekend in een systeem waarin ook chemische middelen worden gebruikt. Maar 'stand-alone' toegepast zijn ze veelal te zwak. Ze kunnen in veel gevallen de chemische middelen niet vervangen, maar in een schema met chemische middelen wel uitstekend functioneren."

Werner Verschueren, Wiskerke Onions:

'Uienteelt steeds meer onder druk'

Nederlandse uientelers kijken terug op een moeilijk seizoen, zegt Werner Verschueren, inkoper bij Wiskerke Onions in Kruiningen, verpakker en exporteur van uien. "Het was een seizoen met lange natte periodes. Dat zijn ideale omstandigheden voor valse meeldauw. Het middelenpakket voor uientelers is zo sterk gekrompen, dat het dit seizoen niet te doen was om valse meeldauw aan te pakken. Daardoor is veel oogst verloren gegaan. Ik ken percelen, en dat zijn niet eens biologische percelen, waar slechts een kwart is geoogst van een normaal seizoen. En de uien die wel geoogst konden worden, zijn vaak van slechte kwaliteit."

De toekomst baart Werner Verschueren zorgen. "De uienteelt komt steeds meer onder druk te staan. Vanaf volgend seizoen zijn er nog maar twee preventieve middelen tegen valse meeldauw. Dat is te weinig. Bovendien, voor een effectieve bestrijding heb je ook curatieve middelen nodig en die ontbreken. Er zijn rassen met een zekere resistentie tegen deze ziekte. Maar ook die rassen kwamen afgelopen seizoen in de problemen. Ook de onkruidbestrijding wordt lastig, want hiervoor vallen eveneens middelen weg. Mechanische onkruidbestrijding kan een alternatief zijn, maar daarvoor mag de bodem niet te hard en niet te vochtig zijn. Proeven met louter mechanische onkruidbestrijding in uien laten zien dat onkruidbeheersing zonder gewasbeschermingsmiddelen op dit moment niet te doen is. We zouden graag zien dat er nieuwe middelen komen voor meeldauw en onkruidbestrijding."

Dirk Bakker, Van Iperen:

'Transitie kost tijd'

"De buitenteelten zijn afhankelijk van het weer en de natuur. De omstandigheden zijn ieder seizoen anders en laten zich niet voorspellen. Wie had verwacht dat we, na drie hete zomers, dit jaar zo'n natte zomer zouden hebben?", zegt Dirk Bakker, technisch directeur van Van Iperen in Oud-Beijerland, distributeur van gewasbeschermingsmiddelen.

"Voorheen hadden telers voor iedere ziekte, plaag en onkruid één of meerdere gewasbeschermings­middelen voorhanden. Dat is lang niet meer altijd zo. Het is voor telers en adviseurs nu een ingewikkelde uitdaging om de gewassen gezond te houden. Dat is bijzonder lastig, met soms opbrengstderving en kwaliteitsverlies als resultaat. Dat is het gevolg van het steeds smaller wordend effectief middelen- en maatregelenpakket. Voor de kleine teelten is dat al langer sterk merkbaar. Voor de grote teelten is dat nu ook aan de orde, zeker het afgelopen seizoen."

"We werken zoveel mogelijk naar een systeemaanpak toe. Maar zo'n nieuwe aanpak, een transitie, kost tijd en vereist nieuwe kennis. Het middelenpakket neemt sneller af dan we met innovatie en systeemaanpak kunnen oplossen. Er wordt door veel beleidsmakers te makkelijk gedacht over zo'n omschakeling. Zij gaan er te veel vanuit dat je de natuur naar je hand kunt zetten."

'Als deze trend zich doorzet, gaat de komende jaren een aanzienlijk aantal actieve stoffen verdwijnen'